3
Johanna (Anna) de Ruig (afb. 14 t/m 16), geboren op 21-03-1889 in
Soest.
Anna is overleden op 26-12-1942 in
Soest, 53 jaar oud (oorzaak: Multiple Sclerose).
Zij is begraven op 30-12-1942 in
begraafplaats Ned. Herv. Gemeente Soest.
Adressen:
vanaf 30-03-1906 | |
Baarn ( Praamgracht?) |
| |
vanaf 24-03-1908 | |
Soest, I-110-2 (met haar moeder bij stiefvader Gerrit Burgwal) |
| |
|
|
|
|
|
|
17 Albert van den Broek 1887 |
18 Alg. Ned Bouwarbeidersbond Soest rechtsachter Albert van den Broek 1887 met zonen Johannes en Gerrit Hendrik |
19 bouwbond rechts joh van den broek, links onder van hem zijn vader Albert, helemaal links zoon Henk van den Broek |
20 Albert vd Broek sdap sc april 1927 |
21 Albert vd Broek sdap soester courant april 1927 |
22 Jannie, Kit , moeder Anna vader Albert, Ria, Maas en Ab van den Broek |
|
|
23 Albert van den Broek 1887 getuige huwelijk zoon Maas |
24 Albert v d Broek 1887 |
Anna trouwde, 20 jaar oud, op 04-02-1910 in
Soest met
Albert (Ab) van den Broek (afb. 17 t/m 24), 22 jaar oud. Ab is geboren op 17-03-1887 in
Soest, wijk C gemeente hees, zoon van
Gerrit Hendrik van den Broek en
Johanna Maassen.
Ab is overleden op 23-01-1963 in
Soest, 75 jaar oud (oorzaak: aderverkalking).
Notitie bij Ab: Het gezin van Albert en Johanna van den Broek bestond uit 13 kinderen. Een 14de kind, Johanna, tweelingzus met Catharina (Kit), overleed met 10 maanden.
Albert werd Ome Op of Ob genoemd door neven en nichten. Hij was mede-oprichter van de SDAP afdeling Soest. De kinderen werden toen naar een openbare school overgeplaatst en daarna zijn er geen kinderen meer gedoopt. Zijn jongste zoon werd vernoemd naar Pieter Jelles Troelstra, een van de oprichters van de SDAP.
Albert en Johanna hebben met hun jongste zoon Gerrit ongetrouwd ingewoond bij haar stiefvader Gerrit Burgwal. De biologische vader van Johanna de Ruig is onbekend. Haar moeder Adriana de Ruig had nog een dochter, Catharina de Ruig(tante Kaatje), zij trouwde later met Albert van Breukelen. Samen met haar 2 dochters van 3 en 1 jaar trok Adriana de Ruig na het huwelijk in 1890 bij Gerrit in op de Praamgracht. Stiefvader Gerrit Burgwal kocht een huis voor Albert en Johanna op de Nieuwstraat in Soest, ze trouwden en woonden later op de Beckeringhstraat 22 in Soest. Dit huisje kocht hij op afbetaling van de heer Beckering, van Villa Beckering. Het huisje werd ooit gebouwd in 1857 met afvalstenen uit de rivier de Eem. Later is het rond 1907 herbouwd en is Albert er met zijn vrouw Johanna en zoon Gerrit rond 1910 in gaan wonen. De grote moestuin zorgde voor de aardappelen en de groente. Later, na het overlijden van Johanna trekt Albert bij zijn dochter Janny Kooij- van den Broek in Baarn in, het huisje wordt afwisselend bewoond door de kinderen, tot uiteindelijk zoon Maas er met zijn gezin jaren woont. Het huisje bestaat nog steeds, staat achter de nieuwe flats ter hoogte van Beckeringstraat 22 en wordt bewoond door Shirley van Zal. Albert was opperman in de bouw, maar is ook nog rond 1914 tuinman op Paleis Soestdijk geweest voor f. 8,- per week.
Boven op zolder lagen de kinderen, maar zelfs was daar nog ruimte voor zijn broer Jan van den Broek die er een tijdje, met zijn kinderen, boven in huis heeft gewoond. Soms kregen die kinderen geen eten voor straf, en dan stopten de kinderen van Albert brood door de kieren van de planken van de wand. Het was een muzikaal gezin. Anna zat op het socialistische koor "De Stem", vader en sommige kinderen speelden accordeon of mondharmonica. Zoon Joh van den Broek zat in het bestuur van de mondharmonicavereniging Bravo Soest. Het vaandel van de vereniging stond altijd bij hem thuis.
Toen Johanna van den Broek - de Ruig ongeveer 35 jaar was kreeg ze MS. Dat verergerde met de jaren zodat rond 1935 dochterJanny thuis moest komen om voor het gezin te zorgen. Er was geen electriciteit, water moest uit de pomp in het schuurtje worden gehaald, dus dat was voor een meisje van 16 jaar met een gezin van arbeiders, een zware klus. Krentenbroden werden klaargemaakt, de kinderen brachten die ’s morgens als ze naar school gingen, met de kruiwagen naar de bakker, en haalden het gebakken brood op de terugweg weer op. Grote teilen met aardappelen schillen, de werkkleding van de mannen in grote teilen wassen, later de kragen stijven enz. Moeder Johanna kon op het laatst niet meer praten en was verlamd. Janny moest haar toen ook overal heen dragen. Rolstoel hadden ze niet en medicijnen waren er trouwens ook niet, de ziekte MS bestond toen nog niet, dat werd later duidelijk dat ze dat had gehad. Jongste zoon Jelle van den Broek was toen ongeveer 5 jaar en was de enige die haar op het laatst nog kon verstaan. Toen Johanna 53 was overleed ze in 1942 tijdens de 2de Wereldoorlog. De 2 jongste kinderen Jelle en Rie waren toen nog maar 9 en 14 jaar oud.
In de oorlogsjaren werd er door de zonen wol gespint, de dochters breiden daar ondergoed en sokken van. Na de oorlog had Nederland het moeilijk en er werden door de regering geldbedragen beschikbaar gesteld voor mensen die geen toekomst meer zagen in Nederland en wilden emigreren. De oudste zoon Gerrit emigreerde rond 1948 naar Zuid-Afrika, zijn vrouw en 4 kinderen volgden in 1949. Zoon Jelle van den Broek ging rond 1951 op 17 jarige leeftijd mee met een neef van vader Albert en zijn gezin, naar Canada. Zoon Jan vertrok rond 1952 met zijn vrouw en zoon Rudy naar Canada, ook naar Vancouver Island, waar ook Jelles woonde. Zij gingen daar beiden in de houtindustrie werken. Rond 1960 vertrok jongste dochter Rie met haar gezin naar Zuid-Afrika. Dochter Kit verhuisde met haar man naar Amsterdam. Zoon Albert zat tijdens de 2de wereldoorlog in dienst en werd uitgezonden naar Nederlands Indië, waar hij later in het Jappenkamp vreselijke dingen heeft meegemaakt. Na zijn trouwen verhuisde hij naar Hilversum en later naar Blaricum. Zoon Dirk en dochter Janny verhuisden naar Baarn, en alleen de zonen Henk, Maas, Teus en Joh, en dochter Sjaan, bleven in Soest wonen.
Albert woonde na het overlijden van zijn vrouw Johanna, bij zijn dochter Janny, nadat zij was getrouwd, in Baarn . ’s Morgens vroeg werd iedereen gewekt doordat dan het volume van de radio hoog werd gezet en de socialistische strijdliederen zoals Morgenrood bij de VARA, door het huis schalden. Ook in het weekend!!
Zijn laatste jaren heeft hij bij zoon Teus in Soest gewoond. Voor zijn begrafenis zijn zijn zonen Jan en Jelles uit Canada overgekomen.
Adressen:
| |
Nieuwstraat, Soest |
| |
van 1910 tot 1919 | |
Beckeringstraat 16, Soest |
| |
van 1919 tot 1952 | |
Beckeringstraat 22, Soest (huis is gebouwd in 1857 met afvalstenen uit de Eem, herbouwd in 1907. In 1919 gekocht van Burgwal) |
| |
van 1952 tot 1955 | |
Schoolstraat 16, Baarn (Bij dochter Janny. Toen hij 65 werd en met pensioen ging) |
| |
van 1955 tot 1961 | |
Eemnesserweg 57a, Baarn (Bij dochter Janny) |
| |
van 1961 tot 1963 | |
ruysdaellaan 5, Soest (bij zoon Teus) |
| |
Beroepen:
| |
losarbeider, tuinman |
| |
vanaf 1914 | |
tuinman paleis soestdijk (f 8.- per week) |
| |